Mercier Van Lanschot Logo
Contact
Nieuws & Updates | 6 februari 2025

Wat betekent het nieuwe federale regeerakkoord voor uw vermogen?

Na 236 dagen is het zover: de nieuwe federale regering heeft een regeerakkoord bereikt. Een van de belangrijkste pijlers van dit federaal regeerakkoord? De fiscale hervorming. In dit artikel bespreken we enkele aangekondigde wijzigingen die een impact kunnen hebben op uw vermogen.

Een foto die het nieuw federaal regeerakkoord symboliseert

Solidariteitsbijdrage

 

De maatregel waarover het meest geschreven werd is ongetwijfeld de invoering van een solidariteitsbijdrage. Dit is een meerwaardebelasting van 10% op de meerwaarden die gerealiseerd worden op financiële activa zoals aandelen, obligaties, fondsen en andere beleggingen zoals cryptomunten.

 

De belastbare meerwaarde is het verschil tussen de waarde van de financiële activa op het moment van de realisatie en de waarde op het moment van invoering van de solidariteitsbijdrage. Dit betekent dat historische meerwaarden zijn vrijgesteld. 

 

Het regeerakkoord voorziet ook in een aftrekbaarheid van de minwaarden binnen het jaar. De minwaarden zijn dus niet overdraagbaar naar het volgende jaar. Om de kleine belegger te sparen, voorziet de regering een jaarlijkse voetvrijstelling van 10.000 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

 

Voor ondernemers met een deelneming van minstens 20% in een bedrijf, is er een voetvrijstelling voorzien van 1.000.000 euro. Daarna geldt een getrapt tarief, waarbij het tarief van 10% pas integraal van toepassing zou zijn vanaf een gerealiseerde meerwaarde van 10.000.000 euro. De concrete invulling hiervan is op vandaag nog onduidelijk aangezien de beschikbare teksten daarover verschillen.

 

 

Effectentaks

 

In tegenstelling tot eerdere berichten, blijft de effectentaks van 0,15% behouden voor effectenrekeningen boven 1 miljoen euro. De regering zal wel gaan onderzoeken hoe de ontwijking van deze taks beter kan worden aangepakt.

 

 

Permanente fiscale regularisatie

 

Er komt een nieuwe permanente fiscale regularisatie, de vijfde in zijn soort. Niet-verjaard kapitaal wordt voortaan belast aan 30%, terwijl verjaard kapitaal wordt belast aan een tarief van 45%. Voor belastingplichtigen die goede trouw kunnen aantonen, wordt er een uitzondering voorzien.

 

 

DBI-aftrek

 

Een andere belangrijke maatregel is de hervorming van het DBI-regime. Om van het DBI-regime te kunnen genieten zijn er verschillende voorwaarden die vervuld moeten zijn, waaronder de participatievoorwaarde. Deze voorwaarde vereist een minimum participatie van 10% of een aanschaffingswaarde van 2.500.000 euro. De drempel van 10% blijft behouden, maar de drempel van 2.500.000 euro wordt verhoogd naar 4.000.000 euro voor en tussen grote ondernemingen (definitie artikel 2, § 1, 4°/1 WIB).

 

Daarnaast wordt er een extra voorwaarde toegevoegd: de deelneming moet de aard van een financieel vast actief hebben. Dit houdt in dat de vennootschap een duurzame relatie nastreeft met de vennootschap waarin zij investeert en deze niet louter als een belegging beschouwt. Voor kleine en middelgrote ondernemingen blijven de drempels dus ongewijzigd.

 

 

DBI-bevek

 

Zeer belangrijk voor wie beleggingen doet via een vennootschap, is dat het gunstregime van de DBI-bevek blijft bestaan. Er wordt wel een heffing van 5% ingevoerd op de gerealiseerde meerwaarde bij uitstap.

 

De verrekenbaarheid van de roerende voorheffing met de vennootschapsbelasting blijft ook mogelijk voor zover de ontvangende vennootschap de minimale bedrijfsleidersbezoldiging toekent. Deze bedraagt vandaag 45.000 euro, maar wordt opgetrokken naar 50.000 euro. Dit minimum wordt voortaan ook geïndexeerd.

 

 

Liquidatiereserve

 

Ook het regime van de liquidatiereserve werd herbekeken. Het resultaat: een harmonisering van het VVPRbis-stelsel en het stelsel van de liquidatiereserve. De wachttermijn voor de liquidatiereserve wordt – in lijn met VVPRbis – verlaagd van vijf jaar naar drie jaar.

 

Vanaf 1 januari 2026 wordt voor nieuw aangelegde reserves het tarief van 5% roerende voorheffing opgetrokken naar 6,5%. Hierdoor stijgt de effectieve belastingdruk van 13,64% naar 15% conform ook het tarief van VVPRbis. Uitkeringen binnen de drie jaar, blijven belast aan het normale tarief van 30% roerende voorheffing.

 

Tot slot nog een aantal maatregelen, waarvan minder details gekend zijn, maar die wel een impact kunnen hebben op uw vermogen:

 

 

Taks op beursverrichtingen

 

De TOB (= taks op beursverrichtingen) wordt gemoderniseerd en vereenvoudigd.

 

 

Uitdoven federale woonfiscaliteit

 

De federale interestaftrek voor niet-eigen woningen wordt geschrapt.

 

 

Tweede pijler pensioen voor zelfstandigen

 

De diverse stelsels (VAPZ, IPT en POZ) worden geharmoniseerd en vereenvoudigd. Daarbij wordt ook de 80%-regel hervormd.

 

 

Inwerkingtreding

 

Naar verwachting zullen de aangekondigde wijzigingen midden 2025 worden omgezet in concrete wetgeving. De datum van inwerkingtreding is nog niet bekend. Volgens het regeerakkoord zullen alle maatregelen in 2026 worden ingevoerd. Of dat met terugwerkende kracht zal zijn tot bijvoorbeeld 1 januari 2025 of 31 januari 2025 (de dag van het regeerakkoord) is nog niet geweten.  We houden de vinger aan de pols en volgen de ontwikkelingen nauwlettend.

 

Heeft u vragen over hoe deze maatregelen uw vermogen kunnen beïnvloeden? Vindt u bepaalde wijzingen onduidelijk? Of wenst u in het algemeen meer te weten over het nieuwe federale regeerakkoord? Neem dan gerust contact op met uw private banker.

 

Het is belangrijk om te weten dat de voorgestelde maatregelen nog niet zijn omgezet in wetgeving. Er kan dus nog afgeweken worden in de definitieve teksten.

 

Investing together